Pas tegen het einde van de zestiende eeuw van onze tijdrekening ondernam de humanist Joseph Scaliger met zijn Opus de Emendatione Temporum een eerste noemenswaardige poging om onze menselijke geschiedenis te structureren. Hiermee werd ongeveer een halve eeuw later verder gewerkt door de jezuïet Dénis Pétau, wat resulteerde in zijn Opus de Doctrina Temporum & Tabulae Chronologicae. Deze werken vormen momenteel het fundament van de geschiedenis die ons via het openbaar onderwijs bijgebracht wordt, waartegenover toch nog de nodige kritiek staat:

  • Heribert Illig bracht naar voren dat er in de Vroege Middeleeuwen 297 jaren verzonnen werden tussen 614 & 911
  • Garry Kasparov had gegronde wiskundige kritiek op het alom geprezen werk uit de achttiende eeuw van Edward Gibbon omtrent de opgetekende geschiedenis van de val van het Romeinse Rijk
  • Anatoly Fomenko kwam tot de stelling dat de Oudheid eigenlijk verhalen uit de Hoge Middeleeuwen zijn die om politieke redenen verder in het verleden geplaatst werden
  • Immanuel Velikovsky wees eerder al op mogelijke duplicaten binnen de Egyptische & Chaldeeuwse chronologie

Een grootste gemene deler van deze kritische geschiedkundigen levert volgend plaatje op:

  • Wat we kennen als de Nieuwste Tijd, de periode waarin de golven van Nikolaj Kondratjev gesitueerd kunnen worden, klopt chronologisch grotendeels. Bij aanvang ervan verenigden in Beieren zich passend de Illuminati en zetten Adam Smith & James Hutton hun ideeën op papier in het Athene van het Noorden. Een kleine eeuw later leverden Karl Marx Charles Darwin dan hun bijdrage om het bestaan van God te ontkrachten in de stad van de grote brand van 1666, of mogelijk j666, het jaar waarin Sabbatai Zevi aan de Bosporus gearresteerd werd.
  • Wat we kennen als de Nieuwe Tijd samen met de Hoge & Late Middeleeuwen, de periode tot waar de golven van Rondo Cameron gesitueerd kunnen worden, kan chronologisch sterk afwijken, zeker wat betreft de Middeleeuwen. Waar Heribert Illig nog een lijn trekt tussen Middeleeuwen & Oudheid, leert het onderzoek van Garry KasparovAnatoly Fomenko ons dat die twee tijdperken met elkaar verenigd kunnen worden: De eerste twee letters van Renaissance zijn eigenlijk overbodig.
  • Wat we kennen als de Vroege Middeleeuwen en de Oudheid is dan de periode dat de Goden nog aanwezig waren op Aarde: Immanuel Velikovsky schreef uitvoerig over catastrofen en kosmische evenementen, maar hintte hij, in een almaar meer atheïstisch wordende samenleving, eerder verdoken naar goddelijke gebeurtenissen?