De mens was aanvankelijk zeer zelfvoorzienend, maar de toenemende mogelijkheden qua ruilhandel gaven aanleiding tot het ontstaan van meer economische specialisaties. Die specialisaties waren lokaal soms zo verregaand, dat een standaard ruilmiddel wenselijk was om op grotere schaal uitwisseling mogelijk te maken, waarvan goud, zilver & zout aanvankelijk zowat de bekendste voorbeelden zijn. Alzo ontstond het eerste geld onder de vorm van handelswaren.

Daar die handelswaren soms moeilijk veilig te vervoeren waren, werd her en der representatief geld in het leven geroepen, vaak onder de vorm van bedrukt papier. Deze zogenaamde geldbrieven werden gaandeweg ook onderling uitgewisseld, daar zij elders eventueel inwisselbaar waren voor een bepaalde hoeveelheid handelswaar, die dan in kluizen bij banken bewaard werden. Er ontstond mettertijd een groeiend vertrouwen rond het gebruik van deze geldvorm.

Daar de handelswaren vaak lange tijd in de kluizen bewaard bleven, zagen bankiers in dat zij eventueel meer representatief geld konden uitlenen dan de in bewaring genomen handelswaren die erdoor gedekt werden. Op die manier kon er via rente winst gemaakt worden als het ware geld uit het niets te scheppen. Aanvankelijk gebeurde dat nog door het analoog drukken van geldbrieven, maar naderhand kon men ook eenvoudigweg cijfers digitaal genereren. Daar dit dus niet op een bewaarde hoeveelheid handelswaar gebaseerd is, maar op een blindelings vertrouwen in het financieel systeem, wordt deze geldvorm als fiduciair geld bestempeld.

Het heffen van rente onder volksgenoten wordt bij de monotheïstische godsdiensten als een zonde beschouwd. Daar er in de middeleeuwen nauwelijks atheïsten en joden vaak maatschappelijke minderheden waren, vertoefden deze laatsten bijgevolg in de meest gunstige omstandigheden om als rente heffende bankier op te treden. De enorme hieruit voortvloeiende winsten leverden kapitalen op die enerzijds inflatie in de hand werkten en hen anderzijds de mogelijkheid verschaften grote politieke entiteiten te financieren, en aldus te controleren.

Alzo ontstaan private centrale banken aan wie de belastingbetaler het uitgeleende geld en de bijhorende rente verschuldigd is. Daar enkel het uitgeleende bedrag in omloop gebracht wordt, dient er telkens opnieuw geld geleend te worden om die rente te vereffenen, waardoor een negatieve spiraal van inflatie en financiële machtsconcentratie in de hand gewerkt wordt, met een steeds groter wordende kloof tussen rijk & arm tot gevolg.